

Anderhalf jaar geleden hebben wij aangekondigd dat wij de omvang van het redactioneel drastisch zouden gaan inperken. Het werd namelijk steeds maar langer, mede omdat we de informatie over de opzet en inhoud van de verschillende inleidingen bij de verschillende themadelen, ook goeddeels in het redactioneel opnamen. Dat was dus eigenlijk dubbelop en daar wilden we mee stoppen. Dat ferme voornemen hebben wij enkele nummers volgehouden, maar daarna is de omvang van het redactioneel opnieuw flink gaan groeien. Dat willen we eigenlijk niet, vandaar dit keer een nieuwe poging om een kort redactioneel te schrijven.

Op de dag dat de boekhandel mij het bericht stuurt dat het boek ‘De ontsnapping van de natuur’ van Oudman en Piersma (een uitgave van Atheneum te Amsterdam) opgehaald kan worden, hoor ik op het nieuws het sprekende bericht dat het bedrijf Galapagos NV één van de grootste stijgers op de beurs is geweest het afgelopen jaar. Het is inmiddels een miljardenbedrijf.
Waarden zijn geen abstracties. De kern van waardenwerk is dat de waarden die in werk besloten liggen zich tonen in wat het werk tot stand brengt en de manier van werken zelf. Waarbij werk hier breed is opgevat als betaald en onbetaald productief, scheppend handelen. Veel werk in die zin richt zich op ‘het goede’ willen doen, zowel voor jezelf, de ander als de wereld.
Het voorrecht dat de redactie mij gunt, om het redactioneel te mogen schrijven bij nieuwe nummers van ons tijdschrift, biedt mij de ruimte en de stimulans om naar aanleiding van de inhoud van het nieuwe nummer door te denken over de inhoud van het begrip waardenwerk en het doen daarvan. Als opstapje naar de inhoud van dit rijk gevulde winternummer, wil ik dan ook beginnen met twee overwegingen over de inhoud van waardenwerk.




Dit jaar viert de Universiteit voor Humanistiek haar zesde lustrum. De UvH vormt de geboortegrond
van dit tijdschrift en de ideeën en perspectieve die daar de afgelopen dertig jaar ontwikkeld
zijn, bieden een belangrijke bron van inspiratie voor het denken en spreken over waardenwerk
en voor het doen daarvan.
Contribution to the Symposium ‘The Art of
Listening. De-accelerating Our Way of Life’
At the University of Humanistic Studies,
Utrecht January 30th, 2019.
Het traditionele humanisme staat vandaag
voor grote uitdagingen. Ik noem er twee. In
de eerste plaats dwingt de huidige ecologische
crisis ons om kritisch na te denken over
de centrale positie die het traditionele humanisme
de mens toekent in het universum.
Inleiding
In de inleiding van zijn artikel ‘Humanisering
als uitdaging’ stelt Douwe van Houten
terecht dat ‘er weinig of geen systematische
beschouwingen over humanisering voorhanden
zijn’.
Nieuw nummer
In tijden van corona, flexibele arbeid, globalisering,
klimaatverandering en andere potentiële
bedreigingen voor de bestaanszekerheden
van mensen wordt er een groot beroep
gedaan op het vermogen om zich aan te passen
aan veranderende omstandigheden.
In dit artikel ontwikkel ik een kritische theorie
van het gemeengoed en pas die toe op
technologie. Voor dat doel onderzoek ik drie
fundamentele kwesties waarmee iedere kritische
technologietheorie geconfronteerd
wordt. Een eerste vereiste is te beschikken
over een passende notie van ‘theorie’.
Mensen die seksueel misbruikt zijn, willen daar
doorgaans niet over vertellen, en mensen die
het geluk hebben dat ze daar geen ervaringen
mee hebben, willen er vaak niet over horen.
Die zwijgcultuur blijkt moeilijk te doorbreken.
Dat heeft enerzijds te maken met de dwang tot
geheimhouding die door daders wordt uitgeoefend,
met de schaamte die eraan kleeft, maar
ook met de onwil van de maatschappelijke omgeving
om te erkennen dat dit kwaad plaatsvindt.
Participatieve en responsieve onderzoeksbenaderingen
streven ernaar democratisch,
inclusief én impactvol te zijn. Participatieve
onderzoekers stellen het belang van epistemic
justice en het actief betrekken van burgers en
gebruikers, evenals andere belanghebbenden,
in de co-creatie van kennis voor praktijkverbetering
en sociale verandering.
Wij zijn beide werkzaam als responsieve
onderzoeker1 binnen de langdurige zorg
en worden hierbij in onze dagelijkse onderzoekspraktijk
geconfronteerd met diverse
epistemologische en ethische kwesties (zie
de bijdrage van Abma eerder in dit nummer).
We hebben elkaar de afgelopen jaren vooral
gevonden in onze twijfels en onzekerheid
over de rol van verbaliteit en cognitie in onderzoek
met mensen met een verstandelijke
beperking of afasie, die niet (voor zichzelf )
kunnen spreken.
Deze bijdrage is een verkenning van de plaats die
contact en resonantie innemen in participatief actieonderzoek
projecten – in dit geval op het terrein
van de geestelijke verzorging – en de lastigheden die
zich in de interpersoonlijke sfeer, tussen groepen en
organisaties kunnen afspelen.
Hoe verliezen mensen met een verslaving de controle
over hun autonomie? In een longitudinale kwalitatieve
studie onder mensen met een alcohol- of
opiaten-verslaving in Australië, onderzocht ik hoe zij
hier zelf over denken. Dit leidde tot het ontwikkelen
van een drielaags model om verlies van autonomie
in verslaving te duiden, en aanknopingspunten te vinden
voor herstel.
De afgelopen eeuw heeft in de ontwikkeling van de
fysiotherapie, kind van haar tijd, de metafoor van het
menselijk lichaam als machine een belangrijke rol gespeeld.
Ziekten en klachten van het bewegen worden
gezien als te repareren afwijkingen van het menselijk
lichaam. Deze machinemetafoor is nauw verbonden
met het strikte onderscheid tussen lichaam en geest.
Om met een open deur in huis te vallen:
Voor een goed begrip van de dingen is het
vaak verhelderend om ze in bredere kaders
te plaatsen. Op die manier wordt het wijdere
landschap zichtbaar waarbinnen bepaalde fenomenen
hun plaats hebben en waardoor ze
mede bepaald worden, verschijnen ze vanuit
die bredere samenhangen in een nieuw licht
zoals niet het geval zou zijn wanneer ze louter
op zich beschouwd zouden worden.
Mensen leiden een bizar leven, vol met tegenslag,
succes, hoop, ellende, vernedering,
pijn, lust, geweld, verlangen, en rust. Ondertussen
zijn we ook kwetsbaar en zeer op
elkaar aangewezen. En we moeten eten. En
daarom zijn we fundamenteel aangewezen
op de natuur. We leven niet alleen van de
lucht en andere dode processen, we leven van
andere organismen en zij van ons.
Inleiding
Vanuit het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke
Dienstverlening (Hogeschool Utrecht)
wordt al ruim 10 jaar samengewerkt met
Sherpa, een zorginstelling in de regio Gooi
& Vechtstreek, Eemland en Utrecht-West die
mensen met een beperking ondersteunt op
het gebied van wonen, werken, leren en vrije
tijd. In alle samenwerkingsprojecten draait
het om ethische reflectie, vanuit de overtuiging
dat dit kan bijdragen aan goed werk:
werk dat goed is voor degenen die het doen
en voor degenen met en voor wie het gedaan
wordt. In dit artikel staan wij, als onderzoekers
van het lectoraat, stil bij wat deze samenwerking
tot nu toe heeft opgeleverd.
In dit artikel doe ik verslag van een kwalitatief onderzoek
naar de trage vraag ‘wat gebeurt er met mijn
kind als ik wegval?’ van ouders van kinderen met een
meervoudige beperking die bij Sherpa wonen. Sherpa
heeft als doel de relatie tussen cliënt, ouders en
professionals komende jaren te versterken.
Sinds 2016 is Henk Kouwenhoven bestuurder bij
Sherpa, een organisatie voor (ambulante en intramurale)
ondersteuning aan mensen met een beperking,
in het midden van het land. In vervolg op het
voorgaande artikel, waarin verslag is gedaan van de
jarenlange betrokkenheid van de Hogeschool Utrecht
bij Sherpa bij het omgaan met ethische en morele
vragen, zijn wij nieuwsgierig naar het perspectief en
de rol van de bestuurder op dit thema
Geestelijk verzorgers zijn mensen van het
woord, goede luisteraars, en ze maken contact
met anderen middels het gesprek. Althans,
dat is het hardnekkige beeld dat Marieke
Schoenmakers schetst in haar artikel
‘Lichamelijkheid in de geestelijke verzorging,
nog een wereld te winnen’.1
Allereerst een uitleg van de maatregel TBS.
Patiënten die verblijven in een forensisch psychiatrisch
centrum, afgekort als FPC, hebben
in principe allen een TBS-maatregel opgelegd
gekregen. Zij zijn zoals dat heet ter beschikking
gesteld.